Één goed gesprek…

Interview van Geertje Kindermans van De Psycholoog met Helen van Empel.

Mijn idee een bedrijf te beginnen, ontstond door een paar inzichten. Als eerste merkte ik dat mensen me vaak dingen vertellen die ze met niemand anders delen. Dat is jammer, want als mensen moeilijke zaken wel met hun omgeving bespreken, kan dat veel lucht geven. 

Zo was er een vrouw die al een tijdje gescheiden was en mij toevertrouwde dat ze haar ex-man helemaal niet het beste toewenste. Dat durfde ze niet tegen mensen in haar omgeving te zeggen, dus ze vertelde telkens wat hij fout had gedaan en hoopte dat mensen zelf de conclusie zouden trekken: hij deugt niet en zijn nieuwe vriendin is een domme gans. Maar dat gebeurde niet, mensen werden vooral erg moe van haar. 

Of neem de acteur die als hij bij een sportschool kwam, zich onzeker en geïntimideerd voelde door zijn collegaacteurs die er ook rondliepen. Daarom blies hij zichzelf op als hij er kwam en hij was er in zijn hoofd zowel voor- als achteraf erg mee bezig wat hij allemaal gezegd en gedaan had en hoe het beter had gekund. Zijn vrienden probeerde hij ervan te overtuigen dat zijn collegaacteurs losers en aanstellers waren, gespeend van ieder talent. En dat kwam vooral over als gefrustreerd gezeur. Als hij in plaats daarvan had verteld over zijn eigen worsteling, dan had hij er met zijn vrienden om kunnen lachen, hij zou er sympathieker door worden en naar de sportschool gaan, zou hem waarschijnlijk wat lichter vallen. 

Naar aanleiding van zulke ervaringen vroeg ik me af of ik niets kon bedenken waardoor mensen zulke patronen doorbreken; of er geen manier was die mensen in staat stelt zelf goede gesprekken met hun naasten aan te knopen. Zulke gesprekken zouden iets weg moeten hebben van een therapiegesprek, met een afgebakend onderwerp en een duidelijke rolverdeling: de één vertelt, de ander luistert en stelt vragen. ­

Rode knop

Ik was nog bezig met het uitdenken van een methode en wilde nagaan met welke onderwerpen mensen bijvoorbeeld worstelen. Daarbij voerde ik twee gesprekken die me deden inzien dat we als psychologen echt wel iets kunnen toevoegen. 

Ik sprak een vriendin die vertelde over een groepje tennisvriendinnen en dat er vriendin buiten dreigde te vallen. Die vriendin was wel aardig, maar kon zo irrationeel en boos reageren op momenten dat ze zich buitengesloten voelde. Het lukte de anderen niet haar ervan te overtuigen dat ze de intenties verkeerd begreep. En nu was iedereen klaar met haar. Ik zei: “Het lijkt erop of ze een gevoeligheid heeft ontwikkeld voor afwijzing. En als dat gebeurt of ze denkt dat het gebeurt, wordt er als het ware een rode knop ingedrukt: dan verliest ze de regie en is even niet meer voor rede vatbaar. Daar kan ze verder niets aan doen.” Mijn vriendin vond het heel verhelderend. Ze besprak het eerst met de betreffende vriendin, die het helemaal herkende. Daarna vertelde ze het aan de andere vriendinnen. Niet dat de anderen het begrepen, er valt niet zoveel te begrijpen, het is als een knie-reflex. Maar ze herkennen het nu wel als het weer gebeurt. En inmiddels houden ze er rekening mee of ze laten haar uitrazen. 

Later sprak ik op het strand willekeurige mensen aan, onder wie een verlegen meisje dat met haar ouders op een terras zat. Ik vroeg haar wat ze zou willen veranderen als ze kon kiezen. Terwijl ze erover nadacht zei haar moeder: “Nou schat, dat weet je toch wel?” De vader mompelde vanachter zijn krant: “Je zou waarschijnlijk je vader willen veranderen.” En moeder ging door: “Nou, zeg het dan, je weet het wel… je zou meer voor jezelf moeten opkomen!”

Ik vond het jammer dat ik alleen toestemming had om het meisje iets te vragen, want als ik nu een gesprek met deze familie kon hebben, kon ik zoveel meer doen. Ik zou de moeder een spiegel willen voorhouden, laten zien wat er gebeurde, hoe zij de regie pakte, dat vader afhaakte en dat de dochter zich alleen maar verder terugtrok. 

Toen ik wegliep, wist ik dat het een geweldig idee was: met één gesprek ervoor zorgen dat mensen een ander gesprek met elkaar gaan voeren, zodat ze anders over de situatie na gaan denken en zo een begin kunnen maken met een verandering in hun leven. 

Ik heb mijn oude idee laten rusten en ben hiermee verder gegaan. Ik vond het zo’n vondst, dat ik niet snapte dat het niet al bestond. Na een korte zoektocht stuitte ik op de Single session therapy. Die vorm bestaat al vanaf de jaren tachtig, vooral in de VS, Canada, Australië en Groot-Brittannië. Esther Perell doet zoiets in haar podcasts. In Where should we begin bijvoorbeeld spreekt ze in een enkele sessie met stellen over hun vastgelopen relatie. In haar podcast hoor je hoe mooi en eˆ ectief een eenmalige sessie kan zijn.

Ingewikkelde knoop

Het onderwerp moet iets zijn ‘dat op het moment speelt’. Vaak heeft iemand zelf ook al een idee welk probleem er speelt. Maar als je samen de knoop gaat ontwarren, blijkt er vaak iets anders achter te schuilen. Zo sprak ik drie mensen met dezelfde kwestie: thuiswerken door corona liep spaak als de kinderen ook thuis waren. Er bleken drie verschillende problemen achter te schuilen. De eerste had te maken met een pestsituatie op het werk. Bij de tweede ging het eerder om perfectionisme en het beeld van het ideale gezin dat in elkaar stortte, en bij de derde was het weer iets anders. 

Inmiddels heb ik One Session opgericht, een bedrijf waarmee we met een groep ervaren psychologen eenmalige gesprekken aanbieden. Dit doen we voor bedrijven, maar ook voor particulieren. 

Ik zou graag zien dat het concept van één gesprek ook in Nederland voet aan de grond krijgt en dat meer psychologen het gaan doen. Daarom ga ik met mijn collega Ilonka Hanneman een cursus bij het RINO geven en gaan we er een boek over schrijven. Je kunt mensen in één gesprek op het goede spoor zetten, zodat problemen niet groeien of zich vastzetten. Zo help je mensen met een enkel zetje in de rug, een stuk verder.’